ICG – september 2018
Kerkenraad negeert advies van ICG
De hulpvragers ontvangen van de ICG een mailbericht over het aanstaande gesprek. Hierop reageert ook de kerkenraad en KR13 meldt terloops (180915) dat er ineens meer kerkenraadsleden bij aanwezig zullen zijn. KR-S2.3 en KR-P4 voegt de kerkenraad toe aan de lijst met deelnemers zonder verder overleg met de ICG, laat staan met de direct betrokkenen. De hulpvragers vinden dit vreemd en ze vragen de ICG dus om een reactie (180917) daarop. Die reactie volgt op 20 september (180920) in de vorm van een voorstel/advies. Men wil graag de oorspronkelijke samenstelling aanhouden.
Op 24 september laat KR13 aan ICG weten ‘het advies’ van de ICG te betrekken in de besluitvorming (180924). Dat houdt in de praktijk in dat de kerkenraad het advies naast zich neerlegt. De dag daarna blijkt dat de ICG die opstelling en invulling van de kerkenraad gedoogt. Het wordt nu, gezien het eenzijdige gedogen van de ICG, lastig om ICG nog als een neutrale geschilbehandelaar te zien.
Geen voorbereiding door ICG
Op de avond van 25 september vindt het eerste gesprek met de ICG-behandelcommissie plaats. Dat is 11 maanden nadat de kwestie door M1 is aangemeld bij ICG. In dit gesprek is het vooral de commissie zélf die aan het woord is. De voorzitter van deze commissie laat betrokkenen weten dat hij geen zaken gaat uitzoeken. Hij heeft niets met kerkordes. Hij is ook niet van plan zich daarin te verdiepen. Een van de anderen vult aan dat mediation tegenwoordig zo ongeveer het beste is wat je kunt doen in conflicten.
Tot hun grote schrik beseffen de hulpvragers dat deze behandelcommissie totaal niet op de hoogte is van de communicatie zoals die in 2017 al is gevoerd. Ze vragen daar dan ook naar. Het antwoord is voor een behandelcommissie eigenlijk niet voor te stellen. Er is geen behoefte aan het lezen van stukken, ze horen liever van beide partijen wat er aan de hand is. Het verschil tussen behandeling bij ICG en de gang naar een mediator (zie de artikelen medio november 2017) blijkt bij deze commissie niet eens bekend te zijn.
De leden hebben zich slecht voorbereid, zelfs onze aanmelding met bijbehorende stukken is nog niet eens doorgenomen. De voorzitter geeft bovendien ook aan niet van leeswerk te houden, hij valt liever terug op zijn ervaring. In de afgelopen 40 jaar heeft hij ervaren dat een ‘blanco begin’ goed bevalt. Helaas getuigt deze nonchalante voorbereiding van het niet serieus nemen van de hulpvragers. Wat een enorme verspilling van alle moeite die er is gedaan om bewijsstukken aan te leveren. Gezien de kerkorde die vigeert, is de werkwijze van deze leden van de behandelcommissie een regelrechte aanfluiting.
Gesprek met ICG
Een ander lid wil graag weten wat er aan de hand is, hoe het conflict ontstaan is en hoe het verloop is. Zij kiest ervoor om eigenlijk tóch gewoon een soort mediationgesprek te houden. Ze houdt M1 en G1 dit ook herhaaldelijk voor: ICG staat voor mediation. Ze vraagt naar de huidige stand en wanneer de hulpvragers tevreden zijn. Er kan alleen een bindend advies worden afgegeven als beide partijen daar vooraf mee instemmen. Verder stelt zij als voorwaarde dat er vertrouwen moet zijn in ICG en in de kerkenraad. M1 en G1 worden hiermee in een onmogelijke positie gedwongen. Ze beseffen dat het gesprek niet te voeren is als deze commissie de eigen taakstelling niet eens helder heeft. Ze kunnen slechts antwoord geven op enkele vragen, maar het is onmogelijk om het feitenrelaas te doen in het half uur dat nog rest. Daar komt bij dat de impact van zo’n gesprek enorm is en daar heeft deze commissie niet zichtbaar oog en hart voor.
M1 geeft aan dat het op deze wijze niet te doen is. Er was op gerekend dat de ICG-leden zich hadden voorbereid. Hij vat de casus samen, maar daardoor wordt het een puur zakelijk verhaal. Hij geeft aan dat de impact enorm is en dat het voor een kerklid onmogelijk is je te verweren. Op het moment dat een kerkenraad(slid) iets tegen je heeft, is het onmogelijk om het over de inhoud te hebben. De rode draad is dat een zakelijke casus door de kerkenraad steeds wordt veranderd in een persoonlijke aanval. Brieven beantwoordt men niet, besluiten voert men niet uit, inzage geeft men niet. Zelfs niet in besluiten die G1 betreffen. Kortom, dat de kerkenraad naar willekeur handelt en bovendien de gemeente informeert.
De kerkenraad zegt verzoening te willen, maar zijn handelwijze toont het tegenovergestelde. Er is geen bereidheid om erkenning te geven, die toch zeker voorafgaat aan verzoening. Juist het eenzijdig communiceren dat er verzoening zou zijn bereikt, schaadt betrokkenen nog dieper. Het onjuist informeren van de gemeente laat zien hoe ongelijk de verhoudingen zijn in dit conflict. De eenzijdige communicatie doet geen recht aan de steeds opnieuw op schrift gestelde intenties.
Onafhankelijk en neutraal
M1 en G1 hebben zich tot ICG gewend vanwege de mogelijkheid tot onafhankelijk onderzoek. Onderzoek waarin uiteraard ook hún handelen ter discussie staat, op basis van het kerkrecht. Een onderzoek aan de hand van het kerkrecht en daarna zal er ruimte ontstaan voor andere mogelijkheden. Ze zien graag dat de feiten worden beoordeeld en dat uiteindelijk de gemeente ook op een eerlijke manier wordt geïnformeerd. De voorzitter geeft nogmaals aan dat hij niet veel weet van kerkrecht binnen de GKv en dat hij niet van plan is zich daarin te verdiepen. Men zal dus zoeken naar iemand binnen de GKv die veel van kerkrecht weet om zitting te nemen in deze commissie. Het is onbekend gebleven of er ooit nog iemand met die kennis is toegevoegd aan de commissie.
Kortom, de betrokkenen verwachten dus van de ICG dat deze zich inspant om de vrede in de gemeente te herstellen. Herstel op een christelijke manier die recht doet aan alle betrokkenen.
Geloofwaardigheid van de kerk
‘Maar,’ zo stelt een lid van de commissie, ‘feiten interpreteert nu eenmaal iedereen anders.’ Dit lid heeft niet door dat dit dus juist de kern van het verzoek is. De kerkenraad ontkent feiten, M1 en G1 zoeken erkenning voor de feiten. Dan is toch júist de ICG dé aangewezen instantie om te bepalen hoe de feiten moeten worden geïnterpreteerd? Het is voor de hand liggend dat er voorafgaand aan de interpretatie kennisname van de feiten is. Toch gebeurt dit niet. ICG is liever oeverloos aan het praten dan iets te moeten vinden. Voor een instantie die een positie heeft in het kerkrecht een laakbare houding.
Stellen de hulpvragers een te grote vraag? Is het binnen de gereformeerde wereld niet mogelijk om vragen te stellen die actie vereisen? Of die aan het nadenken zetten? Dit gevoel is niet langer te negeren zolang er binnen een kerkelijke setting iets wordt verwacht.
ICG geeft hoger beroep aan
In het gesprek maken M1 en G1 duidelijk waarom ze moeite hebben met de deelname van KR-P4 aan het gesprek. In de casusbeschrijving is beschreven bij juli 2018 hoe hij in allerlei kerkelijke rollen verweven zit. Bovendien heeft hij zelf een relevante rol namens kerkenraad gehad in het conflict.
ICG meldt in het gesprek dat de kerkenraad de beschikking van de rechtbank niet gaat uitvoeren. De beschikking houdt in dat er 2 brieven en 2 besluiten over G1 ter inzage aan haar geleverd moeten worden. Uiterst vreemd om dit via de ICG te moeten horen.
G1 moet dus een advocaat zoeken en er ook rekening mee houden dat dit haar behoorlijk wat gaat kosten. Triest, naast ‘immateriële schade’ ontstaat er nu dus ook ‘materiele schade’. Verdrietig dat zelfs een ICG niet stilstaat bij de schade die haar hiermee wordt toegebracht.
Acties kerkenraad Acties ICG Acties G1 en M1