ICG – november 2017
De zoektocht naar de kerkelijke weg
In oktober 2017 wordt duidelijk hoe het traject met visitatoren steeds vreemdere wendingen krijgt. Aan de kerkenraad wordt keer op keer zonder overleg uitstel van reactie verleend. Daardoor bungelen de hulpvragers M1, G1 en G8 in een niemandsland. Bovendien behandelen de visitatoren de kerkenraad als de hulpvrager en past men in de helft van de mails de werkwijze zonder overleg aan. Gegeven dit verloop zien M1 en G1 zich gedwongen een nieuwe weg te zoeken. Nog steeds is het hun wens om dit binnen de kerkelijke wegen te zoeken. Vanwege de noodzakelijke rust in het gezin van G1 en G8, kiezen ze ervoor om niet allebei een nieuw traject in te gaan.
Het zou uiteraard ook binnen een kerk mogelijk moeten zijn om op de een of andere manier een eerlijke beoordeling op basis van de kerkorde te krijgen. Het zal zuiverend werken als de beide partijen in een conflict de weg van de eerlijkheid en verantwoordelijkheid moeten volgen. Dat kan alleen als er sprake is van vrede door recht. Betrokkenen willen ontzettend graag verzoening, maar dat gaat niet langer zonder erkenning. Tevens is er bij M1 een groeiend ongemak bij het nog steeds verborgen moeten houden van onder andere de smaad- en lasterbrieven van de hand van KR-P1, waarin en waardoor mensen voorgoed geknakt zijn.
Een traject bij de classis is voor G1 en M1 onbereikbaar, want daar heeft men buiten G1 en M1 om zich al eenzijdig op de hoogte laten stellen. Om daar als kerklid terecht te kunnen heb je nota bene toestemming nodig van de eigen kerkenraad. Bovendien kun je alleen maar een bezwarenprocedure starten over genomen besluiten. Maar zoals bekend, juist de besluiten (over o.a. G1) houdt de kerkenraad achter. Deze situatie hebben de opstellers van kerkrecht wellicht nooit voor ogen gehad.
Aanmelding bij de Interkerkelijke Geschillen Commissie (ICG)
M1 en G1 ontvangen diverse berichten over een nieuwe geschillencommissie die binnenkort zal starten, de ICG. Veelbelovend, want deze commissie geeft de invulling waar M1 en G1 en G8 naar op zoek zijn. Diverse gesprekken tussen M1 en de voorzitter van de commissie volgen. M1 krijgt te horen dat de onderhavige casus zich leent voor de ICG. Kort daarop volgt dan ook de officiële aanmelding (171107) bij deze interkerkelijke commissie geschiloplossing. De voorzitter meldt vervolgens aan betrokkenen dat deze casus zich kwalificeert als een kwestie die binnen de reikwijdte van ICG (171110) valt.
In de aanmelding schrijven de hulpvragers onder meer: ‘[…] Het betreft een conflict dat wij, twee gemeenteleden van de GKv te WP1, inmiddels bijna drie jaar hebben met de kerkenraad. […] Helaas heeft ook het college gekozen voor een advies waarin waarheidsvinding ondergeschikt gemaakt wordt aan de rust in de gemeente. Bovendien worden we ‘gedwongen’ om in gesprek te gaan met de kerkenraad op basis van de reeds bestaande beeldvorming. […] Met vriendelijke groet, G1 en M1.’
De ICG zal in een later stadium diverse keren aangeven dat M1 niet als hulpvrager wordt erkend. Ook de kerkenraad zal in een brief aan de gemeente (191122) achterwege laten dat M1 de aanmelding bij ICG heeft gedaan. Heel bewust, zo blijkt.
Half november gaat de Interkerkelijke Commissie Geschiloplossing officieel van start. In zowel het Reformatorisch Dagblad (RD 171116) als het Nederlands Dagblad (ND 171116) wordt op 16 november veel aandacht gegeven aan deze nieuwe commissie.
Twee instanties: zelfstandige ICG en mediators onder Amersfoort-Beraad
Zoals duidelijk wordt uit de genoemde artikelen, heeft het Amersfoort-Beraad twee ‘instanties’ opgericht. Dit betreft enerzijds de ICG en anderzijds een mediationpool. Deze staan los van elkaar en kennen geen persoonlijke overlappingen. De verantwoordelijkheden liggen ook verschillend. De ICG wordt geacht zelfstandig te werken. De mediationpool daarentegen staat onder toezicht van het Amersfoort-Beraad. De ICG richt zich ook op het doen van onderzoek, zoals dat doorgaans gebruikelijk is voor een ‘geschillencommissie’. De voorzitter maakt een duidelijk onderscheid (171121) tussen enerzijds een pool van mediators en anderzijds de ICG. De initiators van de ICG hebben in beeld dat visitatoren vaak niet in staat zijn om hun controlerende taak uit te voeren. Zo staat het ook door hen in de genoemde dagbladen beschreven. De betrokkenheid die visitatoren voelen bij de kerkenraden met wie ze samenwerken zit te vaak in de weg. Ook de kennis van kerkrecht is te beperkt.
De ICG lijkt dus op juist wijze een gat te vullen in de praktische werking van het kerkelijk recht. Ook positioneert deze commissie zich op een wijze die in het licht van de GKv-synode van 2019 te Goes veel vragen oproept.
Afspraken tussen ICG en Amersfoort-Beraad
Ondanks de duidelijk onderscheiden instanties is er wel afstemming tussen de beide instanties. Als partijen zich melden bij de ICG, zal eerst de vraag worden voorgelegd of het conflict via een traject van mediation nog op te lossen is. Als partijen dat om welke reden dan ook niet willen, of wanneer het traject niet slaagt, dan komt de ICG in actie.
Geheel in lijn daarmee, stelt de voorzitter van de ICG op 21 november (171121) de hulpvragers die vraag: ‘Wel wil ik u nu al een vraag stellen. Behalve de Interkerkelijke Geschilcommissie (ICG) is er ook een pool van mediators ingesteld. Uitgangspunt daarbij is dat, waar mogelijk, eerst een mediationtraject wordt aangeboden alvorens de zaak door de ICG in behandeling wordt genomen. […] Vindt geen mediationtraject plaats (omdat een van de partijen daaraan niet wenst mee te werken) of leidt mediation niet tot het beoogde resultaat, kan de zaak daarna aan de ICG worden voorgelegd. Mijn vraag is of u in beginsel bereid bent aan een dergelijk mediationtraject mee te werken.’
Mediation al jaren door kerkenraad afgewezen
De hulpvragers onderbouwen (171124) waarom op dit moment mediation niet meer mogelijk is. Het is in de afgelopen jaren steeds door de kerkenraad afgewezen. In gesprekken met elkaar komt men niet verder, omdat de kerkenraad kwalijke zaken achterhoudt en dus al bij voorbaat erkenning afwijst. Wel geven de hulpvragers aan open te staan voor mediation, maar dan nadat er onderzoek is gedaan naar feiten. Dit wordt erkend en overgenomen door de ICG. Echter, het is de vraag wat er met deze brief is gebeurd bij ICG. De latere behandelcommissie zegt niet bekend te zijn met de brief en met de erkenning daarvan.
Begin december krijgen de hulpvragers van ICG te horen dat er een ICG-traject gestart wordt en dat de kerkenraad daarover al is ingelicht. Aan de kerkenraad is de vraag voorgelegd om aan een traject mee te werken. Het geeft te denken dat een kerkelijke instantie die speciaal in het leven is geroepen om iets met conflicten te doen alsnog afhankelijk is van de medewerking van een kerkenraad.
De tegenstelling binnen ICG
De vraag van de ICG-voorzitter of mediation haalbaar is, onderstreept het bestaan van de twee instanties. Het vormt echter wel een forse tegenstelling met wat de nieuwe voorzitter van de ICG de hulpvragers enkele jaren later laat weten. Overigens dient opgemerkt te worden zelfs een uitkomst van een onderzoek slechts uitmondt in een advies. Dat geldt voor alle kerkelijke procedures. Doordat de kerkenraad het hoogste gezag heeft, blijft het altijd mogelijk om een advies niet op te volgen.
Acties kerkenraad Acties ICG Acties G1 en M1