September 2017

September 2017


Gesprek met visitatoren

Het gespreksverslag (170922) geeft duidelijk aan hoe G1, G8 en ik tijdens het gesprek met visitatoren onze hulpvraag formuleren. Tijdens het gesprek proeven we de oprechte bedoelingen van een van de visitatoren. Het is duidelijk dat hij oog en hart heeft voor de pijn die er is. Hij geeft echter eerlijk aan niet over het handelen van broeders te kunnen oordelen. Dit komt omdat hij in de classis zo fijn samenwerkt met de mensen over wie het gaat. Dit probleem verwachtten we al, maar het blijft volgens ons wel zo dat visitatoren als taak hebben om toe te zien op gemeentes. Is alles in een classis-gemeente op een bijbelse manier verlopen?

Daarna is er geen contact meer met de visitatoren, alleen nog per mail. In de periode daarna wijzigt meerdere keren de eerder afgesproken werkwijze zonder dat we daar uitleg bij krijgen. Meerdere keren verlengen de visitatoren termijnen, steeds op verzoek van de kerkenraad en zonder overleg met ons. Het geeft ons een heel naar gevoel. Als hulpvragers voelen we ons hierin niet serieus genomen. Bovendien blijkt dat men ook de kerkenraad als hulpvrager gaat benaderen. Die heeft dan ook aangegeven zich volkomen machteloos te voelen in deze kwestie. Het ons-kent-ons-gehalte is zo tastbaar aanwezig, dat de toezichthoudende taak ook vrijwel onuitvoerbaar is voor visitatoren. Over het problematische hiervan is overigens al vaak genoeg geschreven. Toch ziet de GKv geen reden om het te veranderen.

Hulpvraag aan visitatoren

Zoals u in het verslag kunt lezen is de kern van het conflict tot op dit moment: ‘Het gesprek richt zich op het onrecht dat G8 en G1 als ook M1 in de afgelopen jaren is aangedaan. Het bestaat uit structureel, langdurig en heftig leed dat zich eerst heeft gemanifesteerd vanuit de voormalige preses en daarna is overgenomen door de gehele kerkenraad. Het vertrouwen is weg, omdat steeds opnieuw bleek dat betrokkenen niet serieus zijn genomen en hen geen recht is gedaan. Betrokkenen typeren de genoemde feiten tijdens het gesprek als machtsmisbruik en zijn als gevolg hiervan ongelijkwaardig behandeld.’

Verderop in het verslag staat de hulpvraag. Hierin overheerst de vraag naar onafhankelijk onderzoek. Het gaat ons niet om ‘het gelijk’ krijgen. Maar wat we wel noodzakelijk vinden, is een eerlijke kans op een eerlijke beoordeling. Een (be)oorde(e)l(ing) die niet afgaat op wat de ene of de andere partij zegt, maar die zich baseert op feiten.

De noodzaak blijkt uit het feit dat de kerkenraad steeds opnieuw geen verantwoordelijkheid wil nemen. Dit was al zo in voorjaar 2016, maar het bleek opnieuw begin 2017. Het blijkt verder uit het feit dat de kerkenraad mediation al had afgewezen (februari/maart 2016). En bovendien uit het ontbreken van kennis over het gepasseerde, wat uitmondt in het ontbreken van besef bij kerkenraadsleden. Wegens het ontbreken van kennis, neemt de kerkenraad besluiten die voor een steeds verdere verwijdering zorgen. Besluiten die m.i. alleen maar gericht zijn op zelfbehoud en niet op het welzijn van de gemeente. Tot slot sterkt zelfs de kerkorde – in navolging van de bijbel – ons in onze roep om waarheidsvinding. 

Waarheidsvinding

Waarheidsvinding vinden we dus belangrijk, want dat kan ervoor zorgen dat we over en weer begrip krijgen. Begrip dat nodig is om te beseffen wat we elkaar aandoen. Besef dat waar nodig kan zorgen voor inkeer. Erkenning die kan zorgen voor herstel van verhoudingen. Met het stellen van deze hulpvraag leggen we dan ook heel bewust ook ons eigen handelen ter beoordeling neer.

De vraag om je een mening te vormen op basis van feiten is logisch en heel bijbels. Het vormt op geen enkele manier een tegenstelling met het willen werken aan verzoening, integendeel. Je mag toch als lid van een gemeente steun zoeken bij ambtsdragers in het zoeken naar de waarheid? Toch zeker als je vindt dat de waarheid geweld aangedaan wordt en jij daar de dupe van bent? En elk gemeentelid draagt het ambt der gelovigen. En daar ligt dan ook een taak zoals verwoord in zondag 43 van de Heidelbergse catechismus: Christus dienen in waarheid en de naam van mijn naaste bevorderen waar ik dit kan. Het negende gebod is overigens ook zonder deze uitleg in de catechismus ook al duidelijk genoeg.

Hierin ligt dus ook een oproep aan ieder gemeentelid. Als er conflicten zijn, mag u niet wegkijken. Ook als u het ‘allemaal zo moeilijk’ vindt, wat heel begrijpelijk is, mag dat geen vrijbrief zijn dit te doen. Zelfs de aanname dat het ‘allemaal zo moeilijk’ is, is voorbarig. Die conclusie kan pas na het kennisnemen van de beide kanten van het verhaal getrokken worden. Uit de jaren hierna blijkt steeds duidelijker dat wegkijken het standaard ‘antwoord’ is. Zelfs de visitatoren kiezen in deze casus die weg. De hulpvraag blijft onbeantwoord.



Acties kerkenraad           Gezamenlijke acties           Acties kerkleden

    170922 – Verslag gesprek visitatoren met G8+G1 en M1