November 2020
Onrustige maand
November is een maand waarin het coronavirus de redactie van MKIO treft. De documentatie van deze maand is reeds in december geplaatst, maar de tekst is pas vanaf 7 januari af.
Persoonlijke brief van de preses
Op 2 november beantwoordt de preses van de kerkenraad te WP1 de brief van 25 oktober (201102). Hij beantwoordt de brief heel persoonlijk en dus geeft het geen pas om deze op de website te plaatsen. Wel lastig, want hij geeft in zijn brief toch ook nog zaken ‘namens de kerkenraad’ aan. Het feit dat G1 en M1 hem wijzen op het feit dat het aangaan van een transparant gesprek ook inhoudt dat je het kunt hebben over brieven die over G1 zijn verspreid en over het feit dat dit veel schade heeft aangericht, negeert hij. Het geven van transparantie blijkt opnieuw niet mogelijk. Het is helaas een dubbele houding waaruit blijkt dat men bereid is aan te geven het er heel moeilijk mee te hebben, maar waaruit niet blijkt dat er ooit een begin van erkenning kan komen voor de schadelijke werkwijze van leden van de kerkenraad zoals die tot op heden wordt gehandhaafd. Dat blijkt ook uit een andere, deze keer een aangetekende, brief die enige weken later op de deurmat valt. Hoewel de kerkenraad heeft aangegeven nog in te zullen gaan op de door M1 geschetste scenario’s blijft de beantwoording in de maand november uit.
Laatste oproep aan VP2
Op 7 november (201107) doet G1 een laatste oproep aan de adviseur die in deze kwestie op 14 april 2016 advies uitbracht (160415). Ook de huidige ‘werkgever’, de kerkenraad van WP5 wordt aangeschreven. Dit wordt gedaan omdat de beroepscode voor predikanten duidelijk aangeeft dat het handelen van een predikant niet alleen het werk in de gemeente betreft, maar ook de tijdsbesteding daarbuiten. Hoewel de adviseur 12 kantjes advies over G1 heeft geschreven, heeft hij tot op heden geweigerd om hierover tekst en uitleg te willen geven aan G1. Sterker nog, hij wil dat het voor haar verborgen blijft en geeft aan dat er geen contact meer gezocht mag worden. Gezien zijn opdracht is het onverklaarbaar dat hij G1 in zijn advies betrokken heeft. Zijn opdracht luidde (160215):
Besluit 1
De KR neemt als startpunt de situatie aan het begin van het seizoen 15/16.
Dit is het moment dat het ’trio’ de gesprekken met G1 en G8 en G5 afgerond had en aan de KR gerapporteerd had. Deze situatie kan als volgt worden omschreven:
a. Het conflict tussen de KR en G1/G8 is uitgesproken en bijgelegd. Ook zijn verhoudingen tussen Fam. G1/G8 en brs. M2 en KR-S2.1 hersteld. Verhouding met voorzitter KR-P1 is niet hersteld. Van de afgesproken vier KR acties zijn er nog een tweetal open (mededeling in het mededelingenblad en faciliteren van het gesprek tussen G1/G8 en KR-P1).
b. Het conflict tussen de KR en G5 is in goede sfeer besproken en gedeeltelijk bijgelegd. Verhoudingen met M2 en KR-S2.1 zijn hersteld. Verhouding met voorzitter KR-P1 is niet hersteld. G5 is van mening dat beëindiging van het conflict met de KR pas mogelijk is wanneer verhoudingen tussen G5 en KR-P1 hersteld zijn. Hij houdt de KR medeverantwoordelijk voor het uitblijven van het herstel van deze verhouding.
[. . . ]
Besluit 3
De KR zoekt advies van een externe deskundige over een tweetal zaken m.b.t. conflicten
Tijdens het overleg is geconstateerd dat er onder kerkenraadsleden zelf verschil van inzicht bestaat over deze 2 zaken waarover advies gevraagd wordt:
a. hoe om te gaan met een conflictsituatie waarbij een ambtsdrager betrokken is en waar het verzoeningproces moeizaam verloopt. Wat is hierbij de rol en verantwoordelijkheid van de KR?
b. hoe de KR om moet gaan met terugkerende conflicten binnen de gemeente die 1) leiden tot demotivatie van diverse gemeenteleden en het niet benutten van beschikbare gaven en 2) negatieve impact hebben op de kerkenraadsvergaderingen en –werkzaamheden [. . .]
Op 21 november schrijft ook M1 nog een persoonlijke brief aan VP2 (201121). Enkele dagen later, op 25 november 2020, volgt de reactie van VP2 op G1 (201125). Hij geeft aan op persoonlijke titel te hebben gehandeld en niet vanuit zijn rol als predikant. Hij acht zich op geen enkele wijze verantwoordelijk voor wat G1 hem in haar brief heeft voorgehouden. Hij geeft aan dat de vertrouwelijkheid over het advies door hem is gehonoreerd en dat andere aanwezigen de belofte van geheimhouding hebben gedaan. Hij verwijt G1 dat de voorheen goede verhouding onder druk zijn komen te staan. Hij schrijft zijn brief op persoonlijke titel en vindt dat deze niet geplaatst mag worden op de website. Het geeft M1 en G1 veel te denken dat hij kennelijk nog steeds vindt dat er over iemand advies uitgebracht mag worden zonder de persoon in kwestie hiervan op de hoogte te stellen. Het maakt ook duidelijk waarom de kerkenraad te WP1 het arrest van het Gerechtshof niet heeft uitgevoerd.
Regionaal tuchtcollege voor de gezondheidszorg
Op 10 november doet het RTG uitspraak (201110). Voor G1 en M1 vormt de uitspraak een teleurstelling, maar juist deze uitspraak zorgt voor een aantal hartverwarmende reacties. Hieruit wordt duidelijk dat de rol van KR-P1 als voorzitter van een kerkenraad, waarbij hij elke gelegenheid te baat nam om over de vermeende psychische gesteldheid van G1 te schrijven, niet kan worden beoordeeld door het RTG. Men ziet dit als persoonlijke acties van hem die niet onder zijn artsenambt vallen. G1 en M1 hebben klaarblijkelijk bij het verkeerde loket aangeklopt en besluiten deze uitspraak van het RTG zondermeer te accepteren.
Alle gebeurtenissen omtrent het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, dat op 10 november uitspraak deed, zijn middels de volgende link te raadplegen:
Betrokken instanties – RTG.
Deputaten kerkrecht – GKV
Op 11 november leggen G1 en M1 nogmaals een verzoek voor aan de deputaten (201111). Hun brief van 25 januari 2020 is nog steeds niet beantwoord. G1 en M1 nodigen de deputaten uit voor een gesprek over hun doelstelling en hun drijfveren:
[. . .] Ons verzoek aan u
In gesprek met u willen we ons graag laten bevragen om waar nodig een en ander toe te lichten over onze doelstelling. Verder is het voor ons van belang dat het duidelijk wordt waar en bij wie in de toekomst mensen in vergelijkbare situaties zich kunnen melden zonder eerst een weg van zes, zeven, acht of nog meer jaren af te moeten leggen. En op welk (kerk)recht kunnen zij zich dan beroepen? De meest concrete vraag is heel eenvoudig: kunt u aan de kerkorde toevoegen dat leden zich voor die zaken die niet in het kerkrecht zijn opgenomen en geen geloofskwesties betreffen bij de burgerlijke rechter kunnen vervoegen? Alleen al met het toevoegen van die zin schenkt u leden de bescherming dat zij niet vanwege een (inzage-)verzoek (dus aanspraak maken op grondrechten) kunnen worden veroordeeld. [. . .]
[. . .] Voor ons staat nu voorop dat we een iets meer veilige kerk voor onze kinderen willen achterlaten. We hopen van harte dat onze moeite om ook ons handelen ergens voor te kunnen leggen binnen de kerk, ooit ergens vrucht zal dragen. Het is ons tot op heden niet gelukt. Ook als niet-lid van de GKV te WP1 zullen we ons daarvoor in blijven zetten, want de GKV, ook te WP1, is ons lief. We hebben er nu niks en niemand meer, maar we hebben er ook goede jaren gekend. [. . .]
Concreet houdt dit in dat we onze plannen niet opschorten in afwachting van een gesprek met u. Wél menen we er goed aan te doen u nogmaals de urgentie voor te leggen. U heeft de rechtsbescherming van 120.000 leden in handen, dat impliceert een grote verantwoordelijkheid in het (willen) borgen daarvan en het beschermen van uw leden. In december hoopt u er al – behandeling van de kerkorde door de generale synode – de nodige besluiten over te nemen en met het oog daarop zien we heel graag op korte termijn een gesprek met u tegemoet. [. . .]
Neemt u de uitnodiging aan?
Deputaten Kerkrecht GKV reageren op brief 25 januari
Op 14 november ontvangen M1 en G1 een reactie op hun brief van 25 januari (201114). Het komt erop neer dat de deputaten vinden dat de brief niet beantwoord kan worden. Men geeft daar drie redenen voor. Het is enigszins onbegrijpelijk dat men over dit antwoord tien maanden heeft nagedacht. Deputaten zeggen toe nog een reactie te geven op de brief van 11 november.
Acties kerkenraad Acties derden Acties betrokkenen
201102: Preses KR-P4 beantwoordt op persoonlijke titel brief 201025.2 | ||
201107 – G1 doet laatste oproep aan adviseur VP2 | ||
201110 – Uitspraak RTG | ||
RD: artikel over uitspraak RTG | ||
RD: artikel over uitspraak RTG | ||
201111 – Brief aan Deputaten Kerkrecht en Werkgroep Toekomstige Kerkorde | ||
201114 – Deputaten Kerkrecht beantwoordt brief van 25 januari 2020 | ||
201120 – Adjunct-hoofdredacteur ND maant redactie tot niet-toegankelijk maken van ND-artikelen op website | ||
201121: M1 schrijft brief aan adviseur VP2 | ||
201125: VP2 wijst verantwoordelijkheid af |