November 2017

November 2017


(Aangevuld op 30 augustus 2019)

De kerkelijke weg

Na het schrijven van onze brief van oktober aan het college van visitatoren heb ik gezocht naar verdere kerkelijke mogelijkheden. Want het moet toch mogelijk zijn om op de een of andere manier een eerlijke kans en beoordeling te krijgen? Ik zoek nog steeds naar mogelijkheden om de kerkenraad zélf transparant en eerlijk te laten zijn. Pas dan kan er sprake zijn van verzoening. Het is inmiddels duidelijk dat dit de kerkenraad niet op eigen kracht lukt, daar is hulp bij nodig is.  Het liefst vinden we binnen een kerkelijke setting iets/iemand die kan helpen om op basis van feiten met elkaar in gesprek te komen. De classis is onbereikbaar. Om daar als kerklid terecht te kunnen heb je nota bene toestemming nodig van de eigen kerkenraad.

Groeiend ongemak over doofpot

Reeds tijdens het gesprek met visitatoren is uitgebreid besproken dat een gesprek zonder waarborgen nu niet mogelijk is. We vinden het onbegrijpelijk dat de visitatoren in hun advies de waarborgen niet hebben ingebouwd. Het was echt logisch geweest als de kerkenraad dat minimaal had meegekregen in het advies. Door deze handelwijze komt de ballast weer bij ons te liggen. De visitatoren wisten al dat dit advies voor ons niet kán werken. Ze weten al bij voorbaat dat wij ‘nee’ zullen zeggen en sturen daar op aan door ons om een reactie te vragen. Tot op de dag van vandaag vind ik deze handelwijze kwalijk.

We willen ontzettend graag verzoening, maar dat gaat niet langer zonder erkenning. Tevens voel ik een groeiend ongemak bij het nog steeds verborgen moeten houden van onder andere de smaad- en lasterbrieven van de hand van KR-P1, waarin en waardoor mensen voorgoed geknakt zijn. Dat vindt deze kerkenraad kennelijk geen enkel probleem… en dat vindt het college van visitatoren niet de moeite waard om te lezen … Hoe en waar kan ik dan deze doofpot binnen een kerkelijke setting openbreken? Wie geeft mij de gelegenheid en wil er kennis van nemen? Wanneer kan ik eens een keer iets tegen de gemeente zeggen? Waarom heeft de kerkenraad hierin het alleenrecht?

Aanmelding bij Interkerkelijke geschillencommissie, ICG

We krijgen berichten over een nieuwe geschillencommissie die binnenkort zal starten, de ICG. Veelbelovend, want deze commissie lijkt precies datgene in te vullen waarnaar we op zoek zijn. Ik leg onze casus aan de voorzitter van deze commissie voor en ik krijg te horen dat onze casus zich leent voor de ICG. Daar zijn we blij mee. Kort daarop melden we de kwestie dan ook officieel (171107) aan bij deze interkerkelijke commissie geschiloplossing. De voorzitter meldt ons dat deze casus zich kwalificeert als een kwestie die binnen de reikwijdte van ICG (171110) valt. In onze aanmelding schrijven we onder meer: ‘[…] Het betreft een conflict dat wij, twee gemeenteleden van de GKv te WP1, inmiddels bijna drie jaar hebben met de kerkenraad. […] Helaas heeft ook het college gekozen voor een advies waarin waarheidsvinding ondergeschikt gemaakt wordt aan de rust in de gemeente. Bovendien worden we ‘gedwongen’ om in gesprek te gaan met de kerkenraad op basis van de reeds bestaande beeldvorming. […] Met vriendelijke groet, G1 en M1.’

De ICG zal er later alles aan doen om mij niet als aanmelder te erkennen. Ook de kerkenraad zal in een brief aan de gemeente (191122) achterwege laten dat ík de aanmelding heb gedaan. Heel bewust, zo blijkt.

Half november gaat de Interkerkelijke Commissie Geschiloplossing van start. In zowel het Reformatorisch Dagblad (RD 171116) als het Nederlands Dagblad (ND 171116) wordt op 16 november veel aandacht gegeven aan deze nieuwe commissie.

ICG-traject of mediation

Deze commissie heeft twee ‘afdelingen’. De ene richt zich op mediation en is niet de echte ICG, maar verwijst door naar een pool van mediators. De andere afdeling richt zich op geschillen waarbij mediation nog niet of niet meer als startpunt kan worden genomen. Die tweede afdeling richt zich ook op het doen van onderzoek, zoals dat doorgaans gebruikelijk is voor een ‘geschillencommissie’. De voorzitter maakt ook het onderscheid (171121) tussen enerzijds een pool van mediators en anderzijds de ICG. De initiators van de ICG hebben in beeld dat visitatoren vaak niet in staat zijn om hun controlerende taak uit te voeren. Zo staat het ook door hen in de genoemde dagbladen beschreven.

De voorzitter stelt ons op 21 november (171121) nog een vraag: ‘Wel wil ik u nu al een vraag stellen. Behalve de Interkerkelijke Geschilcommissie (ICG) is er ook een pool van mediators ingesteld. Uitgangspunt daarbij is dat, waar mogelijk, eerst een mediationtraject wordt aangeboden alvorens de zaak door de ICG in behandeling wordt genomen. […] Vindt geen mediationtraject plaats (omdat een van de partijen daaraan niet wenst mee te werken) of leidt mediation niet tot het beoogde resultaat, kan de zaak daarna aan de ICG worden voorgelegd. Mijn vraag is of u in beginsel bereid bent aan een dergelijk mediationtraject mee te werken (onderstreping M1).’

Het antwoord

Wij onderbouwen uitvoerig (171124) waarom we op dit moment niet meer en nog niet kunnen kiezen voor mediation. We geven aan open te staan voor mediation, maar dan nadat er onderzoek is gedaan naar feiten. Dit wordt erkend en overgenomen door de ICG. Het is de moeite waard om dit document te lezen. Het is een superstrakke brief waarin we werkelijk alle argumenten verwoord hebben rondom wel of geen mediation. Extra jammer, zelfs uiterst kwalijk, dat de uiteindelijke behandelcommissie van de ICG zelfs dit weigert te lezen.

Begin december krijgen we van ICG te horen dat er een ICG-traject gestart wordt en dat de kerkenraad daarover al is ingelicht en dat daar de vraag ligt om hier aan mee te werken. Toch weer die afhankelijkheid dus, het went niet en het klopt ook niet.

De tegenstelling binnen ICG

De vraag van de ICG-voorzitter of mediation haalbaar is, onderstreept het bestaan van de twee afdelingen. Het vormt echter wel een forse tegenstelling met wat de nieuwe voorzitter van de ICG mij 2 jaar later laat weten. U moet weten dat er uiteindelijk toch nog een behandelcommissie van de ICG in WP1 van start gaat. Ik verzoek de ICG, omdat ik partij ben in dit conflict, steeds opnieuw om documenten te lezen. Juist omdat we dan niet langer zijn aangewezen op interpretaties van wat gezegd wordt, maar omdat de commissie zich er dan over kan buigen. Ik spreek de ICG vanaf 25 september 2018 tot vervelens toe aan op het weigeren van doen van onderzoek naar/kennisnemen van de stukken.

Op 2 augustus 2019 laat de nieuwe voorzitter mij weten: ‘U verwacht en wilt van ons iets waarvoor de commissie niet is ingesteld. Zoals u uit ons reglement weet bestaat ons werk uit adviseren, bemiddelen en coachen. We hebben geen juridische bevoegdheden.’


Acties kerkenraad                Acties                    Acties kerkleden
ICG en visitatoren

    171107 – Aanmelding M1 en G1 bij ICG
  171110 – Voorzitter ICG beantwoordt aanmelding  
  171116 – ND artikel start ICG  
  171116 – RD artikel start ICG  
  171121 – ICG stelt vraag over wel of geen mediation  
  Reglement ICG 2017  
    171124a – (Email) M1 en G1 geven aan waarom nu geen mediation
    171124b – (Brief) M1 en G1 geven aan waarom nu geen mediation
    171124c – (Bijlage) M1 en G1 geven aan waarom nu geen mediation
  171128: Visitatoren geven kerkenraad uitsel 171128: Geen mediation, wel ICG