Generale Synode GKv (Goes 2020)
(Bijgewerkt tot 4 april 2021)
Zorg omtrent de ICG
Op 28 december 2019 sturen we een brief (191228) aan de Generale Synode van de GKv. In deze brief spreken we onze zorgen uit over de positie van de Interkerkelijke Commissie Geschiloplossing (ICG) in het kerkrecht. Dit naar aanleiding van een rapport van Deputaten Advies & Bijstand waarin een voorstel ter besluitvorming aan de GS wordt voorgelegd om te besluiten tot een formele positie van de ICG in het kerkrecht.
Kerkorde – synode
Op 30 december 2019 sturen we een tweede brief (191230) aan de Generale Synode van de GKv. In deze brief roepen we de GS op tot een herbezinning over de toepassing van het ambtsgeheim en spreken we onze zorgen uit over de concept kerkorde GKv-NGK. De synode behandelt – geheel ten onrechte – de brieven van MKIO alsof het revisieverzoeken zijn. En zoals het ook de andere revisieverzoeken vergaat, worden ook de brieven van MKIO afgewezen. Hiermee ontstaat dan een afstemmingsprobleem tussen de GKV en de NGK, daar de NGK de onderwerpen wél op de agenda plaatst. Op 28 november 2020 (201128) neemt de GS een besluit omtrent machtsmisbruik. In maart 2021 geeft de Werkgroep Toekomstige Kerkorde aan dat de brieven van MKIO hierin zijn meegenomen. Het besluit luidt als volgt:
Besluit 4:
de commissie daarnaast op te dragen te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om, zo mogelijk samen met de kerken die aan het Meldpunt Seksueel Misbruik zijn verbonden, te werken aan bewustzijn, preventie en aanpak rondom het thema machtsmisbruik, en daarover met voorstellen te komen.
Gronden:
- Het onderwerp machtsmisbruik is wel verwant met dat van seksueel misbruik, maar vraagt om een eigen definiëring, beoordeling en aanpak.
- Gezien het belang van het onderwerp is het goed om te onderzoeken of voor een adequate afhandeling van meldingen omtrent machtsmisbruik meer nodig is dan de huidige kerkrechtelijke mogelijkheden.
Onder andere naar aanleiding van dit besluit sturen we de GS een brief waarin we vragen om de eerdere brieven van december 2019 met terugwerkende kracht alsnog ontvankelijk te verklaren (210125) en deze ook inhoudelijk te beantwoorden. Behalve het bovenstaande besluit worden ook kerkrechtelijke argumenten aangevoerd. Tevens vragen we de GS een uitspraak te doen over de wijze waarop de deputaten kerkrecht zich van hun taak gekweten hebben jegens ons. De ontvangstbevestiging volgt al snel, op 4 februari (210204).
Werkgroep toekomstige kerkorde – machtsmisbruik
In de mailing wordt ook de werkgroep toekomstige kerkorde meegenomen. Deze werkgroep reageert inhoudelijk op 14 maart 2020 (200314) en geeft aan dat het onderwerp aan de orde komt op de vergadering van de GS en van de landelijke vergadering van de NGK. Ook heeft NGK zelfs al een besluit genomen waaruit blijkt dat men actie wil ondernemen op het punt van machtsmisbruik. De werkgroep heeft de intentie dat de rechtsbescherming van kerkleden wordt geborgd in de nieuw te ontwerpen kerkorde. Op 8 september 2020 komt de werkgroep toekomstige kerkorde met een nieuw concept van de kerkorde en men voorziet deze ook van een toelichting. In de toelichting valt het volgende te lezen (200908):
In de reacties [op de concept kerkorde] werd aandacht gevraagd voor het gevaar van machtsmisbruik. Het is echter niet duidelijk wat de kerkorde daartegen zou kunnen doen, anders dan wat al in B21.1 staat. Een meldpunt zoals er bestaat bij seksueel misbruik, is er in gevallen van machtsmisbruik nog niet. Het is aan de kerken of dat alsnog zou moeten gebeuren, waarbij ook helder moet zijn hoe zo’n meldpunt vruchtbaar kan werken. Overigens wordt ook het meldpunt seksueel misbruik niet genoemd in dit concept; alleen de klachtencommissie.
Ook is gevraagd of kerken niet een VOG zouden moeten verplichten voor al hun werkers. Uiteraard is er geen bezwaar tegen wanneer kerkenraden daartoe besluiten, maar het voert te ver om het in de kerkorde aan alle kerken voor te schrijven. Het is een middel dat de overheid aanreikt, maar dat slechts beperkt hulp biedt. Laten de kerken zich vooral toeleggen op de eigen middelen: het onderling toezicht, met de openheid die past bij christenen die van genade leven en dus eerlijk kunnen zijn over hun eigen zwakheid.
Omdat er verwezen wordt naar KO B21.1 volgt hier ook die tekst:
B21 integer handelen
B21.1 De ambtsdragers en overige werkers in de kerk handelen in overeenstemming met de gedragscode die op hen van toepassing is.
Een kenmerk van machtsmisbruik is dat mensen die leiding behoren te geven zich niet houden aan wat men van ze zou mogen verwachten. Als de werkgroep er desondanks gewoon op vertrouwt dat diezelfde leidinggevenden zélf hun eigen handelen open en eerlijk gaan beoordelen, is het zomaar mogelijk dat het vertrouwen misplaatst is. Alleen al het feit dat er geen toetsing mogelijk is, zegt al genoeg. De recente uitspraken van de GS waarin heel duidelijk wordt gesteld dat het doen en nalaten van kerkenraden/kerkenraadsleden niet kan worden beoordeeld, worden hiermee bewust of onbewust over het hoofd gezien. Er wordt eenvoudigweg van uitgegaan dat een kerkenraad integer is. Het gewone kerklid is niet in beeld, want die kan niet ‘toezien’, als hij al de durf heeft om het bij de eigen leidinggevenden aan te kaarten. De aanname dat er sprake zou zijn van een gedragscode voor ambtsdragers gaat niet op voor de ambtsdragers van de GKv. Op 21 september 2020 ontvangen we bericht van de werkgroep (200921).
Op 27 maart ontvangt MKIO een brief van de werkgroep toekomstige kerkorde. Deze brief (210327) vormt een reactie op de brief die op 11 november 2020 is verstuurd aan de Deputaten Kerkrecht. Het is een positieve brief waaruit onder andere duidelijk wordt dat de brieven van december 2019 wél zijn meegenomen in de verdere besluitvorming. Dit is in tegenspraak met het besluit van de synode die heeft geschreven dat de brieven van december 2019 als zijnde revisieverzoeken zijn afgewezen. Hoe dan ook, het is een reactie om toch dankbaar voor te zijn.
Deputaten kerkrecht
Op 25 januari 2020 (200125.1) versturen we een brief aan deputaten kerkrecht. Naar aanleiding van een aantal casussen binnen de GKv zijn er inmiddels een aantal vragen opgesteld die om een duidelijk antwoord vragen. We hopen dat de deputaten ons en anderen een stuk wijzer kunnen maken. Deze deputaten geven aan de vragen te zullen bespreken (200125.2) in de vergadering van maart. Op 6 april (200406) vragen we opnieuw of de vragen over het kerkrecht al beantwoord kunnen worden. Ook vragen we naar de status van de brieven van 28 en 30 december 2019. Helaas moeten deze deputaten nog afzien van het beantwoorden van de brieven vanwege het corona-virus (200411). Begin juni informeren we naar de werkzaamheden (200610), waarop men (200615) aangeeft dat er begin juli weer een start wordt gemaakt. Op 5 augustus (200805) ontvangen we opnieuw bericht dat men in september aan de beantwoording van onze vragen zal toekomen. We bedanken de deputaten op 7 augustus voor deze berichtgeving (200807). Op 11 november vragen we bij de deputaten kerkrecht (en bij de werkgroep toekomstige kerkorde) opnieuw aandacht voor de rechtsbescherming van kerkleden (201111). In deze brief vragen we de deputaten en de werkgroep om de rechtsbescherming op een zeer eenvoudige manier vorm te geven:
[. . .] De meest concrete vraag is heel eenvoudig: kunt u aan de kerkorde toevoegen dat leden zich voor die zaken die niet in het kerkrecht zijn opgenomen en geen geloofskwesties betreffen bij de burgerlijke rechter kunnen vervoegen? Alleen al met het toevoegen van die zin schenkt u leden de bescherming dat zij niet vanwege een [. . .] (dus aanspraak maken op grondrechten) kunnen worden veroordeeld. Bent u tevens bereid om aan die extra zin ruchtbaarheid te geven? Het is nu te makkelijk om naar ‘buiten’ te schermen met het feit dat dit altijd al zou mogen, terwijl naar ‘binnen’ toe er heel hard over geoordeeld wordt met een beroep op bijbelteksten. De gevolgen daarvan wens je niemand toe. [. . .]
Ook nodigen we de aangeschrevenen uit om het gesprek met ons aan te willen gaan. Op 14 november zeggen de deputaten toe hierop met een reactie te komen. In dezelfde brief komen de deputaten nu ook met een antwoord op onze eerdere vragen van 25 januari (201114). Helaas hebben de deputaten er 10 maanden over gedaan om dan met een afwijzing te komen. Hiervoor worden drie redenen aangevoerd, waarop we vervolgens in januari 2021 op reageren (210104). In onze ogen zijn de drie redenen geen van alle plausibel, zeker niet gezien de taakstelling van deze deputaten. Een maand later volgt de ontvangstbevestiging van Deputaten Kerkrecht (210208). Vanwege corona wordt er geen toezegging gedaan over de termijn van beantwoording. Deputaten Kerkrecht hebben nu al heel wat toezeggingen gedaan, maar hebben tot op heden (april 2021) het beantwoorden van de vragen over het kerkrecht vanaf december 2019 niet ingevuld.
Deputaten hoger beroep
Dezelfde vragen sturen we ook op aan de deputaten hoger beroep (200201). Deze deputaten interpreteren het beantwoorden van onze vragen als het geven van een advies en zien mede om die reden af (200225) van het beantwoorden van de veralgemeniseerde vragen. Op 28 maart worden de vragen nogmaals aan de deputaten voorgelegd (200328) en uit het onjuiste kader gehaald. Er is namelijk geen advies gevraagd, er is gevraagd naar de werking van het kerkrecht. Het zou dan niet moeten uitmaken wíe de vraag stelt. Een maand later vragen we of de brief ontvangen is en of er op gereageerd kan worden (200430). Die beantwoording volgt op 23 juli (200723) en helaas is het opnieuw een afwijzing. Overigens is het tevens een doorverwijzing naar deputaten kerkrecht, maar toch zijn we teleurgesteld in deze wijze van beantwoording (200724).
Openstaande (re)acties:
- Er wordt een reactie van de Deputaten Kerkrecht verwacht (zie taakstelling) op de brief van 4 januari 2021. De vragen zijn vrijwel gelijk aan die van een jaar eerder (200125), maar zijn nu losgekoppeld van casussen. De ontvangst van die brief is inmiddels bevestigd.
- Op 25 januari 2021 is een brief aan de Generale Synode gestuurd met daarin het verzoek om de brieven 191228 en 191230 met terugwerkende kracht ontvankelijk te verklaren. De ontvangst hiervan is bevestigd;
- De toegezegde behandeling van Deputaten Kerkrecht om brief 201111 te beantwoorden;
- De toegezegde behandeling van de beide brieven (191228 en 191230) inzake de ICG en inzake het kerkrecht / ambtsgeheim door Deputaten Kerkrecht. De bespreking van de brieven zou plaatsvinden in maart 2020;
Acties Mijnkerkinorde Acties GS GKv
en deputaatschappen
Achtergrondartikelen bij Generale Synode GKv Goes 2020
(*) Redactie Mijnkerkinorde – 20 november 2020:
Op last van de adjunct-hoofdredacteur van het Nederlands Dagblad zijn de hyperlinks naar artikelen in het Nederlands Dagblad verwijderd.
Bron | Verwijzing artikel |
Nederlands Dagblad |
200314 – Zorg voor een leefbare oplossing voor kerkleden in de knel |
Nederlands Dagblad | 200309 – Predikantszaken eenvoudiger |
Nederlands Dagblad | 200208 – NGK en GKv besluiten unaniem voor eenwording |
Nederlands Dagblad | 200208 – Eerste echte besluit van NGK-GKv – We gaan samen verder |
Nederlands Dagblad | 200125 – Losmaking predikant werkt in de PKN net zo |
Nader Bekeken |
200124 – Procedurefouten GS inzake revisie besluiten M-V |
Reformatorisch Dagblad | 200124 – Synode GKV bespreekt Bijbelse onderbouwing van besluit vrouw in ambt |
Nederlands Dagblad | 200120 – Is er in de PKN meer gereformeerde ruimte dan in de GKv |
Nederlands Dagblad |
200104 – Fusiekerk |
Nederlands Dagblad |
200104 – Een kerkorde is een momentopname |
Nederlands Dagblad |
191228 – Een fusiekerk zonder het mooie van geloven |
Nader Bekeken |
191213 – Een nieuwe kerkorde en het recht van Christus |
Reformatorisch Dagblad |
191203 – Kennis van eigen kerkregels vaak onvoldoende |
CIP.nl | 190613 – Nieuwe kerkorde NGK en vrijgemaakten: avondmaal verandert |
Website www.onderwegnaar1kerk.nl | 171111 – Toelichting bij besluiten GS Goes |