April 2018
Visitatoren en classisarchief
In april kunnen we het boek met de visitatoren voorlopig sluiten. Men zegt ons toe de ordner en alle inhoud te bewaren in het classisarchief. Wij reageren dat dit ons enige rust geeft en we bedanken voor de reactie.
Uitnodigingen
In deze weken ontvang ik opmerkelijk genoeg verschillende uitnodigingen van kerkenraadsleden. Men laat me in de gesprekken steeds weten dat het beter is als ik er een punt achter zet. Men roept mij op om me niet langer met G1 en G8 te bemoeien, want waarom zou ik ‘voor God willen spelen?’ Ik voel heel goed de druk van de oproep en ik besef dat de moeiten nog lang niet voorbij zijn.
Ik spreek op zondag 29 april na afloop van de dienst KR1 en zijn vrouw op het kerkplein. Uit alles blijkt dat hij niet op de hoogte is van de ontwikkelingen rond ICG. Desondanks heeft hij wél een mening, en dan vooral ook over de rechtszaak: ‘het gaat allemaal tot niets leiden. Onderzoek en openheid van zaken brengt ons niet verder, zeker een rechtszaak niet.’ Hij verwijt het G1 ook: “zoiets doe je niet in een kerk.”
Ook hij bedient zich van het frame dat ik het mezelf onnodig moeilijk maak. Ik kan volgens hem beter ‘gewoon’ weer naar de kerk komen, want hij mist me. Op twee manieren is dit een onheuse oproep. Qua inhoud is het in feite een oproep om onrecht te laten voortbestaan omdat gezichtsverlies voorkomen moet worden. Daarnaast zijn zowel G1, G8 als ik nog in de kerk aanwezig en daarmee aanspreekbaar. Het ‘missen’ bestaat er uit dat men ons negeert, maar het betekent niet dat we er niet zijn …
Verschuiven van de ballast en wegkijken voor eigen handelen
Telkens wordt óns voorgehouden dat je ‘zoiets niet mag doen.’ Telkens legt men daarmee de ballast bij ons. De ander hoeft daarmee niks te doen: geen zelfreflectie, geen erkenning en geen spijt betuigen. Het is wegkijken voor het eigen handelen en dat dan verpakken in een vrome uitspraak als ‘je wordt gemist.’ Op 5 mei ben ik samen met mijn vrouw nog op visite geweest bij KR1. Daar werd het ‘lastige onderwerp’ gemeden en bleef het gesprek beperkt tot praten over koetjes en kalfjes. Om opnieuw teleurstelling te voorkomen kies ik er voor daar maar aan mee te doen. Toch voelt het onecht, en ook dat drukt zwaar.
De weg van de minste willen zijn wordt ons ook voorgehouden. Daar hebben we het uitvoerig over gehad, omdat we dat ook een goed bijbels uitgangspunt vinden. Het gaat hier echter niet over het wel of niet gelijk hebben, maar om de noodzaak tot eerlijkheid en transparantie om zo tot een inhoudelijke en bijbelse verzoening te komen.
Acties kerkenraad Acties visitatoren Acties kerkleden
180416: Antwoordbrief van visitatoren |