April 2016
Verzoek om gesprek afgeslagen
Op 4 april laat KR11 aan G1/G8 weten een voorstel te schrijven (160404) dat zich richt op herstel van vertrouwen. De kerkenraad zal het op 11 of 18 april bespreken. Op 7 april doen G1/G8 de kerkenraad een verzoek (160407) om met elkaar in gesprek te komen. Het is tevens een mogelijkheid voor de kerkenraad om (zonder enig gezichtsverlies) tot een oplossing te komen. De opstelling van G1/G8 verdient respect, maar ook deze brief wordt niet beantwoord. De scriba, die in februari stelde dat het nodig was om in gesprek te blijven, laat nu niets van zich horen. Inmiddels maak ik me echt zorgen over hoe het gaat in het gezin van G1 en G8. Er is daar behoefte aan rust, en deze rust komt maar niet door de onmacht en de onwil van de kerkenraad. Er is tot op heden geen oog voor de crisis waarin dit gezin terechtkomt.
Advies van VP2
Op 15 april stuurt de adviseur zijn advies (160414) op aan de kerkenraad. Enkele dagen later bespreekt hij zijn advies met de kerkenraad. Ik ben slechts als toehoorder bij deze kerkenraadsvergadering aanwezig. De kerkenraadsvergadering waarin de adviseur een hoofdrol speelt, staat mij nog bij alsof het gisteren is gebeurd. De adviseur geeft allereerst aan hoe vertrouwd het voelt om weer in WP1 te zijn. Hij maakt nadrukkelijk duidelijk, zoals ook verwoord in het advies, dat zijn advies buiten de kerkorde valt. Wat hij daarmee beoogt, is me niet meteen duidelijk. Hij poneert eerst allerlei zaken over de kerkorde die ongetwijfeld zullen kloppen en maakt daarmee duidelijk dat hij kennis van zaken heeft. Vervolgens blijkt echter dat hij zich niet aan de opdracht van de kerkenraad heeft gehouden.
Zijn opdracht is (zie februari) dat hij de kerkenraad van een advies moet voorzien over de vraag in hoeverre de kerkenraad verantwoordelijkheid draagt als een kerkenraadslid een conflict heeft. Er is hem niet gevraagd de opdracht naar eigen wens aan te passen. Dat doet hij echter wel.
Terwijl VP2 weet dat het deputaatschap Conflictbemiddeling niets kan betekenen in dit conflict vanwege de betrokkenheid van gemeenteleden, sluit hij de gemeenteleden juist uit door ze volledig over te slaan. Daarmee beperkt hij zijn opdracht tot een intern vraagstuk. Was hij daar maar bij gebleven! Maar zelfs aan die ‘opdracht’ heeft hij zich niet gehouden. In zijn advies betrekt hij, zonder hoor en wederhoor, tóch de gemeenteleden. En hoe! Hij bedient zich van een ‘kundig’ woordspel en schakelt op die wijze gemeenteleden die oprecht verzoening willen volledig uit. En dat met zijn statuur. Daarnaast laat hij volledig buiten beschouwing dat KR-P1 weigert kerkenraadsbesluiten uit te voeren. Hoe is het mogelijk!
Negeert opdracht
VP2 heeft G1, G8, G5 als direct betrokkenen niet gehoord. Hij heeft niet de moeite genomen om zich te verdiepen in stukken die in zijn ‘onderzoek’ betrokken hadden moeten worden. Hij heeft zichzelf in staat geacht, ondanks zijn vele banden met deze plaatselijke gemeente, om toch objectief te kunnen oordelen. En oordelen doet hij! Ik heb in de gaten dat hij duidelijk alleen afgaat op wat hem verteld is door de afvaardiging van de kerkenraad en dat hij geen enkele moeite doet om de andere kant van het verhaal in ogenschouw te nemen.
Hij wil zijn vrienden in de kerkenraad maar al te graag ter wille zijn, de goede verstandhouding blijkt ook uit de toonzetting in de 1e alinea van zijn advies: ‘Op 7 april 2016 hebben KR6, KR15 en KR-S2.1 mij mondeling geïnformeerd. Wat voelde dat overleg vertrouwd! Alsof ik sinds xxxx niet weg geweest was. Ik heb niet gesproken met betrokkenen. In de afrondende fase van mijn opinievorming heb ik me gescherpt in een telefoongesprek met KR6 en een telefoongesprek met M3.’
De bestuurlijke aanpak
De uitkomst stond blijkbaar al vast en alles is in dienst daarvan geschreven. VP2 werkt de ‘nieuwe zienswijze’ dat het om persoonlijke conflicten tussen KR-P1 en G1/G8 en tussen KR-P1 en G5 zou gaan verder uit. Hij stelt domweg dat de kerkenraad heeft zich mee laten zuigen in een persoonlijk conflict. Apert onwaar. De adviseur vindt dat de kerkenraad al heel ver is gegaan door zich in te spannen voor een mediation-traject. Alsof het een uiterste poging was van de kerkenraad om de gemeenteleden nog ergens toe te bewegen. Hij legt overigens de schuld van het conflict vooral bij de gemeenteleden, die hebben het gezag van de kerkenraad aangetast. Zijn oordeel over G1 is spij-ker-hard en niet gefundeerd op enig feit.
Ook mijn rol wordt bekritiseerd, en dan met name mijn relationele aanpak. Hij prevaleert de bestuurlijke aanpak en bekritiseert de relationele aanpak. Het feit dat ik namens kerkenraad gemandateerd ben in juni 2015 en daarnaast persoonlijk contact onderhoud met G1 wordt door hem benoemd als iets wat nadelig is! Daar had de kerkenraad voor moeten waken. En zo gaat het nog even door.
Het zijn onjuistheden, stellingen waar ik me niet tegen kan verweren, omdat ik slechts aanwezig mag zijn. Ook de gemeenteleden over wie er geoordeeld is kunnen zich uiteraard niet verweren. Zo ongelijkwaardig, zo fout. Zij zijn onwetend, alles gaat achter hun rug om. Als kers op de taart is zijn advies aan de kerkenraad dat KR-P1 in ere hersteld moet worden. De adviseur toont alle begrip voor hoe deze man zich gevoeld moet hebben. En gemeenteleden mag je dus gewoon overslaan en laten stikken. Geen contact onderhouden en gewoon uitsluiten is makkelijker. Toch vindt ook M3 het, als ik hem daar naar vraag, een duidelijk en waardevol advies.
Emoties
Een van de moderamenleden, M3, vraagt na afloop van het betoog van de adviseur aan KR-P1 hoe hij zich hierbij voelt. Tot ieders verbazing haalt KR-P1 als reactie hierop fel uit naar M3, van wie hij vindt dat die hem niet heeft gesteund. Deze uitbarsting van woede en ook de felheid waarmee hij dit doet, is echt schokkend. KR-P1 lijkt een verkrampte man te zijn die steeds opnieuw vanuit emotie reageert.
Na afloop van het aanhoren van de advies-monoloog van de adviseur rijd ik naar huis. Onderweg zet ik de scriba, KR-S2.1 thuis af. Dit kerkenraadslid heeft last van wroeging, de enige bij wie ik dat in de afgelopen jaren heb mogen meemaken. Hij ziet in dat hier niet zuiver is gehandeld. Helaas is het bij die vaststelling gebleven. Ook voor hem is het niet meer mogelijk om terug te keren van de weg waarop hij gegaan is. In een gemeente als deze blijft het eigenbelang van kerkenraadsleden een grote rol spelen. De aanvankelijke macht van een eenling kan een hele gemeente ontwrichten. De tolererende opstelling van de kerkenraad maakt slachtoffers.
Afschuiven verantwoordelijkheid
Kort na het advies (160414) ga ik op bezoek bij de preses, KR-P2. Ik wil inzicht krijgen in de wijze van informatieverstrekking aan VP2. Ook wil ik weten waarom er geen hoor en wederhoor is toegepast.
Volgens KR-P2 is de delegatie verantwoordelijk voor het kiezen van de informatie. Hij is het niet met me eens dat de kerkenraad verantwoordelijk blijft voor de informatieverstrekking en het toetsen daarvan. KR-P2 laat mij wel het lijstje zien van stukken die overhandigd zijn aan VP2. Onthutsend, want het is een uiterst selectieve keuze aan stukken. Uiterst zorgvuldig gekozen. Precies die stukken die belastend zijn voor de eerdere preses, zijn brieven, ontbreken in het lijstje. Maar, de brief uit december 2014 van G1 is (ten onrechte) meegenomen. Ik vraag KR-P2 recht op de man af of KR-P1 soms invloed heeft gehad op de selectie aan stukken. Hij antwoordt dat KR-P1 dat inderdaad wel heeft geprobeerd.
Op mijn vraag waarom de kerkenraad het principe van hoor en wederhoor niet heeft gewaarborgd, antwoordt KR-P2 dat die keuze aan de adviseur is gelaten. Voor mij staat vast dat ook in dit traject de kerkenraad opnieuw zijn verantwoordelijk naar alle betrokkenen niet heeft genomen. Ik noem dit ook aan KR-P2 en voeg er aan toe dat hij moet beseffen dat ‘we’ hiermee zowel G1/G8 als G5 onder valse voorwendselen hebben laten instemmen met het aanstellen van een adviseur. De toen aan G1/G8 en G5 voorgespiegelde waarborgen zijn niet nagekomen door de kerkenraad en men wil er ook niet op aanspreekbaar zijn. KR-P2 zegt zich hier niet in te herkennen. Teleurgesteld, en niet voor het eerst, rij ik weer terug in huis. Het stelt mij meer en meer voor de vraag of ik onder en met zo’n kerkenraad nog wel wil dienen als ambtsdrager.
Kerkelijk traject …
Ook hierin tekent zich de onzuiverheid van ons kerkelijke systeem af. Waar is de plek van het gemeentelid? Wanneer of hoe kan een gemeentelid zich beroepen op het recht gehoord te worden? Zelfs als het is toegezegd komt men het niet na. Waarom heeft een kerkenraad en waarom heeft een adviseur niet het fatsoen om iemand te horen? Iemand over wie vervolgens, nota bene onder het label ‘vertrouwelijk’, schadelijke zaken worden geschreven? Iemand die door het woordspel dat het een ‘intern vraagstuk’ betreft, wordt uitgesloten. De werkelijkheid stemt in deze kwestie niet overeen met de woorden van de kerkorde. Een week later maken G1 en G8 hun wens om vooralsnog met rust te willen worden gelaten inzake de kwestie (160427) kenbaar bij de kerkenraad. De kerkenraad legt deze mail zo uit dat er helemaal geen contact meer is, zelfs niet op het moment dat de fysieke gezondheid daartoe aanleiding geeft.
Enkele jaren later stelt de kerkenraad doodleuk dat het advies niet over G1/G8 ging, maar uitsluitend over de rol van de kerkenraad. Later wordt dit noodgedwongen bijgesteld, maar dan besluit de kerkenraad het advies te verwijderen uit het archief. De hierdoor aangerichte schade poogt men nog steeds te verbergen. Alsof met het verwijderen ook de daardoor aangerichte schade niet meer zou bestaan.
Een pastorale brief
Op 20 april wendt G1 zich, onwetend van het feit dat er al een advies geschreven is, tot de adviseur, VP2. Zij geeft aan dat ze in gesprek wil met de adviseur en dat het zo ook is afgesproken.
De adviseur geeft G1 op 30 april (160430) antwoord. Al in z’n eerste alinea stelt hij: ‘het feit dat je ongevraagd ‘inbrak’ in iets tussen de kerkenraad en mij alsmede de wijze waarop, bezorgde mij een onaangenaam gevoel: waar bemoei je je mee;’ Nadat hij G1 nog verder de grond inboort in bewoordingen die aardig overeenkomen met de brieven van KR-P1, komt hij tot zijn conclusie: ‘Nou, dat is geen leuke mail. Maar dat is de hele zaak ook niet. Totaal zwijgen of een verkeerde diagnose helpt daarbij niet. Al is de diagnose pijnlijk, het kan wel een begin zijn van herstel waarnaar je blijkens het onderwerp van je mail verlangt. We hopen op betere tijden!’
Reflectie
Dat een predikant zo’n onchristelijke, onbijbelse brief kan schrijven! Hoe kan iemand een medechristen nog dieper in de hoek duwen? Hoe laag is het om iemand die al meer dan een jaar alles over zich heen krijgt nog wat extra trappen te geven! Maar ook, hoe is het mogelijk dat een predikant gewoon liegt over de inhoud van zijn advies? Het effect van deze brief was enorm. Stelt u zich de positie voor van G1 die al talloze pogingen had gedaan om er met de kerkenraad uit te komen. Pas in september 2018 heeft G1 de moed om VP2 hierop aan te spreken. Ook dan is het antwoord onthutsend.
Ik wijs u in dit verband graag op het blog Wanhoop niet, de waarheid bestaat van Nico Catsburg, directeur van Room2C (klankbord voor predikanten en zendelingen). Klik hier om te openen.
Acties Acties Acties Acties
adviseur kerkenraad gezamenlijk kerkleden